In de wachtkamer bij de kinderpoli is het druk. Er spelen een paar kinderen nogal luidruchtig. We zoeken een geschikte plaats in de wachtkamer. Margo stoeit aardig met haar ademhaling en oogt wat onrustig.
Zoals we al
vermoedden, krijgt Margo een flinke ademstop. Jammer genoeg net voordat we door
de kinderarts geroepen worden. Hij heeft de aanval gemist, maar zodra we in de
spreekkamer komen, merkt hij op dat Margo suffig is. Margo smakt. We geven haar
drinken en kaarten hiermee meteen aan dat de vochthuishouding voor ons zo
opmerkelijk is. Dat veel drinken de onrustige ademhaling stabiliseert, is voor
ons zo klaar als een klontje. Het gaat dan gepaard met veel vocht, ooit wel
anderhalve liter vocht achter elkaar, geven we aan. “Abnormaal, daar moet ik
iets mee!” We zijn verbaasd. We hebben er al zo vaak iets over gezegd en nu
ineens toch allerlei onderzoeken. Maar uiteraard stemmen we toe. De arts vult
meteen enkele formulieren in voor een bloed- en urineonderzoek om diabetes uit
te sluiten en de nierfuncties te controleren.
De
kinderarts wendt zich tot het computerscherm. We zien grafieken staan die de
metingen van de dexascan weergeven. De kinderarts wijst de verschillende
lijnen, evenwijdig en lichtstijgend, aan. “Het ziet er prima uit! In elk geval
niet afgenomen en dat is belangrijk.” De kinderarts wil de osteoporose toch
blijven volgen en stelt voor om over twee jaar weer opnieuw een dexascan te
laten maken. De botontkalking staat ook in relatie met de hormoonhuishouding en
gezien de leeftijd van Margo kunnen de vrouwelijke hormonen invloed hebben op
de botdichtheid. Daarmee komen we meteen op ons volgende aandachtspunt en geven
we aan dat Margo nog altijd niet menstrueert. “Mmm, ruim zestien? Hoe zat het
met uw menstruatie?” vraagt de kinderarts aan mij. Ik geef aan dat ik een late
puber was. “En u?” vraagt de kinderarts aan Gerard. “Ik menstrueer nog altijd
niet!” zegt Gerard lachend. De kinderarts kan er hartelijk om lachen. “Dan maak
ik me geen zorgen.” Toch neemt hij het formulier van het bloedonderzoek er
opnieuw bij en kruist nog een onderzoek aan. “Als we dan toch bloed prikken,
kunnen ze dat ook meteen onderzoeken. En laten we dan ook maar meteen een
buikecho doen om te kijken of ze überhaupt een baarmoeder heeft.” “Dat zal toch
zeker wel?” vraag ik wat verontrust. De kinderarts stelt me gerust, hij wil het
zekere voor het onzekere nemen.
Gerard heeft
vanochtend gecarpoold en gaat met ons naar huis. Terwijl hij alvast Margo in de
bus gaat zetten, maak ik bij de assistente een afspraak voor alle onderzoeken.
Ze geeft me instructies voor het opvangen van de urine. Ik krijg een urinepotje
en een plaszakje mee voor het opvangen van de urine. Het plaszakje oogt erg
klein. Ik vraag of het steriele urine moet zijn en denk hardop. “Als het niet
steriel hoeft, kan ik net zo goed de luier uitwringen?” De kinderarts loopt
juist langs. “Leg er dan maar een washandje in, dat absorbeert ook prima!” Hij wenst me er succes mee en loopt door.
Gerard staat al bij de uitgang van het ziekenhuis met de bus op mij te wachten. Ik stap in en zie dat Margo slaapt. We zijn blij dat de
botdichtheid goed is. Maar we zitten toch weer in de medische molen. Hopelijk
niet voor lang.