Zondag 20 mei
2012…CliniClowns College.
Toen we onlangs hoorden dat
Margo geen ‘wenskind’ is, werd ons door de medewerkster van Stichting Doe Een
Wens een alternatief geboden. Het voelde als een soort goedmakertje. En eerlijk
gezegd wisten we ook niet zo goed of we het wel moesten doen. Er werd ons een
bezoek aan het CliniClowns College aangeboden. Een nieuw alternatief, in een
pilotfase, gelegen in Amersfoort. Amersfoort is voor ons niet naast de deur.
Dat is een reden voor twijfel. En Ruud en Yvon? Zitten zij nog te wachten op de
CliniClowns? We hebben het ze voorgelegd. Ruud was inderdaad wat aarzelend.
Yvon vroeg zich af of we daar dan ook met een limousine naar toe zouden gaan.
Dat zat duidelijk in haar gedachten passend bij een wensvervulling. Maar na
goed overleg heb ik toch contact opgenomen met de mevrouw van de CliniClowns.
Een interactief gastcollege helemaal gericht op Margo. Het theater college
aangepast aan haar mogelijkheden. Mwah, het klonk toch wel aantrekkelijk. We
maakten een afspraak.
We gaan vanochtend richting
Amersfoort. Tegen de middag komen we aan bij het CliniClowns College dat op een
afgelegen terrein ligt. Ruud herkent de schilderingen van ‘Het Zintuigenrijk’
waarmee de hekken zijn afgedekt. Er staan slechts een paar auto’s. Het ziet er
niet naar uit dat er wat te doen is. Op het braakliggend veld bij de
parkeerplaats laat iemand zijn hond uit. Vertwijfeld kijken we om ons heen. Het
witte bordje, met in blauwe letters CliniClowns en de rode neus en mond, zegt
ons dat we goed zijn. Bij het kantoorgedeelte gaat een deur open. Ik loop in de
richting van de man, die overigens niet uitgedost is als clown. Hij begroet mij
hartelijk als ik hem de hand schudt. De bus kan blijven staan waar die staat.
En inmiddels zijn Ruud en Yvon ook uitgestapt. Gerard volgt al snel met Margo.
We gaan met de man mee het kantoorgedeelte in. Als hij hoort dat we anderhalf
uur hebben gereden, krijgen we onmiddellijk wat te drinken. Gerard en ik
krijgen koffie, Margo ranja en Ruud en Yvon mogen zelf iets uitkiezen. “Maxima
heeft nog genoeg over gelaten”, zegt de man trots. Afgelopen woensdag was de
officiële opening van het CliniClowns College. Prinses Maxima was bij de
opening aanwezig waarvoor heel wat uit de kast is gehaald, vertelt de man ons.
We zijn in het kantoorgedeelte waar alles wordt bedacht en uitgewerkt. We
kijken onze ogen nu al uit. We zien de bekende posters van zieke kinderen die weer
kunnen lachen, die weer even kind kunnen zijn en die het ziek zijn even
vergeten. Ze zijn een bron van inspiratie dat is ons wel duidelijk. We zien
overal de bekende rode neuzen die onze nieuwsgierigheid wekken terwijl de man
bij de conciërge van het college gaat melden dat we er zijn.
Al snel mogen we naar de voordeur van het CliniClowns Colege. Nog wat afwachtend staan we bij het portaaltje. Zeepbellen komen te voorschijn. De zon zorgt voor kleurrijke bellen die even later in de lucht kapot spatten. Ruud en Yvon trekken samen aan het rode koord. Er klinkt een bel. Een luikje gaat open. We worden verwelkomd door de conciërge. De deur klemt. Of we even willen duwen. Er gebeurt niets. Trekken? Niets. Even een hupje dan? “Eén, twee, drie!”, klinkt het door de brievenbus. Ja, het sprongetje op de rode, ronde mat helpt. De deur zwaait open, de andere kant op dan de deurkruk doet vermoeden. We komen uit in de nostalgische receptie en het winkeltje van de conciërge, juffrouw Toos. Allerlei attributen en spulletjes in de wandkasten doen herinneringen ophalen uit de vervlogen jonge jaren van Gerard en mij. Zo’n Ot en Sien-gevoel. Juffrouw Toos vertelt ons wat ons in het oude schoolgebouw te wachten staat. We krijgen een naamsticker, gaan nog even plassen en Margo verschonen. Als we klaar zijn, neemt juffrouw Toos de ouderwetse telefoon ter hand. Ze belt met de directeur om te zeggen dat we er zijn. De directeur stuurt een CliniClown voor de clownslessen die we gaan volgen. We maken kennis met Waldo. Met hem en juffrouw Toos gaan we een clownesk avontuur tegemoet om het één en ander te leren als clown. Van juffrouw Toos mogen we, omdat wíj het zijn, bij hoge uitzondering gebruik maken van haar keuken omdat er geen lokaal meer vrij is. In de gang op weg naar die keuken gebeuren er vreemde dingen. Snuisterijen, een koekoeksklok en rare spiegels brengen ons al in een wonderlijke sfeer. Waldo betrekt continue Margo, Ruud en Yvon bij de dingen die er gebeuren. Lampen gaan branden, muziek gaat spelen, rode neuzen rollen over de trap en potjes bewegen. In de ouderwetse keuken met koffiemolens, héél veel laatjes en allerlei potten en pannen krijgen we wat te drinken. Koffie is snel gemaakt door juffrouw Toos. Maar die ranja gaat niet vanzelf, niet zonder geintje. Net als de cake. Als we die ophebben krijgen Margo, Ruud en Yvon al wat clownslessen. Ze oefenen in opkomen, buigen, de aankondiging van een act en van het ontvangen van applaus. Van ons. Want Gerard en ik zijn het publiek, samen met juffrouw Toos die alles goed in de gaten houdt. Margo houdt vooral clown Waldo goed in de gaten. Ze volgt hem waar hij gaat. Margo zit soms hoog in haar ademhaling, soms helemaal niet. Heel af en toe lijken haar gedachten en aandacht ergens anders te zijn. Maar Waldo heeft haar snel weer bij de les met zijn streken, zijn mimiek en zijn donkere, sprekende ogen.
De plotseling ronddraaiende handvaten van de koffiemolens, de borden die alle kanten opdraaien en de laatjes die opengaan, heeft Margo niet zo in de gaten. Ze let op Waldo. In één van de laatjes vinden Ruud en Yvon een rode knop. Als ze daar op duwen, wijkt de kast en ontstaat er een gat in de muur. Een gevaarlijke doorgang luikt. Van juffrouw Toos mogen we daar niet zomaar doorheen. Ze vindt het véél te gevaarlijk. En dus krijgen we van Waldo allemaal een hoofddeksel. Een soeppan, een steelpan een koekepan. Het maakt hem niet uit wat hij op ons hoofd zet. Tot groot genoegen van Margo krijgt ook zij van Waldo een vergiet op haar hoofd. “Je weet maar nooit, Margo.”
Margo geniet van zijn aandacht. Over een krakerige, plankenvloer komen we bij een gesloten deur. Bij het enorm slot hangt een brief. Ruud en Yvon hebben de opdracht snel vervult en vinden de sleutel die het hangslot opent. Door de immense deur komen we in de geheime clownskamer. Er klinkt clowneske muziek. “Hier gebeurt het! Hier worden de voorstellingen gemaakt!” Waldo is enthousiast. Er is van alles. Oude foto’s aan de muur, boeken, clowns- en circusattributen, muziekinstrumenten, rode neuzen en zachte, pluizige boa’s, ruiten jasjes. Ook zijn er drie zwarte, hoge hoeden en genoeg andere ingrediënten voor een prachtige voorstelling. Gerard en ik fungeren weer als publiek en nemen plaats aan de houten, karakteristieke tafel. Waldo geeft Ruud het schuifgedeelte van een trombone. De geheime weetjes van onze kinderen, die ik vooraf middels een vragenlijst had doorgegeven, zijn verweven in het spel. “Speel jij maar een liedje!” Waldo zet hem één van de drie zwarte hoge hoeden op. Ruud gaat mee in het spel. Hij zet het roestige, halve muziekinstrument aan zijn lippen en ‘zingt’ een melodietje. “Tatadadadadaa!” Hij tilt zijn knieën beurtelings in de lucht en marcheert parmantig door de clownskamer. Geweldig! Ruud wordt onbewust door Waldo meegenomen in een clownsrol. Ook Margo krijgt een clownsnummer. “Hooggeëerd publiek. Hier is Margo in de draaimobiel!” roept Waldo fier.
Gerard en ik applaudisseren. Waldo draait Margo in haar rolstoel in de rondte. De muziek klinkt wat harder en Margo lacht voluit. Ook Yvon wordt aangekondigd. Deze keer door Ruud en juffrouw Toos. Zij heeft de act met het magische touw. Met haar zwarte, hoge hoed op lacht ze al voor ze begonnen is, maar het lukt haar, onder aanmoedigingen van Waldo, om het slappe touw recht overeind te laten staan. Het applaus van ons klinkt hard, voor zover dat kan met z’n tweeën. We klappen door op de maat van de muziek waarop Waldo samen met de kinderen in polonaise rondom de tafel gaan. Juffrouw Toos sluit ook aan. Het is een klein feestje wat ze met z’n vijven vieren en Gerard en ik kijken toe hoe ze stuk voor stuk genieten. En wij ook.
Juffrouw Toos wil de geweldige artiesten en het fantastische publiek vast leggen op de gevoelig plaat. Een ouderwetse fotocamera staat klaar. Op een wonderlijke wijze lukt het juffrouw Toos een moderne foto te maken. Daarna mogen we om de beurten door het showgordijn, zoals een echte artiest betaamd.
Al snel mogen we naar de voordeur van het CliniClowns Colege. Nog wat afwachtend staan we bij het portaaltje. Zeepbellen komen te voorschijn. De zon zorgt voor kleurrijke bellen die even later in de lucht kapot spatten. Ruud en Yvon trekken samen aan het rode koord. Er klinkt een bel. Een luikje gaat open. We worden verwelkomd door de conciërge. De deur klemt. Of we even willen duwen. Er gebeurt niets. Trekken? Niets. Even een hupje dan? “Eén, twee, drie!”, klinkt het door de brievenbus. Ja, het sprongetje op de rode, ronde mat helpt. De deur zwaait open, de andere kant op dan de deurkruk doet vermoeden. We komen uit in de nostalgische receptie en het winkeltje van de conciërge, juffrouw Toos. Allerlei attributen en spulletjes in de wandkasten doen herinneringen ophalen uit de vervlogen jonge jaren van Gerard en mij. Zo’n Ot en Sien-gevoel. Juffrouw Toos vertelt ons wat ons in het oude schoolgebouw te wachten staat. We krijgen een naamsticker, gaan nog even plassen en Margo verschonen. Als we klaar zijn, neemt juffrouw Toos de ouderwetse telefoon ter hand. Ze belt met de directeur om te zeggen dat we er zijn. De directeur stuurt een CliniClown voor de clownslessen die we gaan volgen. We maken kennis met Waldo. Met hem en juffrouw Toos gaan we een clownesk avontuur tegemoet om het één en ander te leren als clown. Van juffrouw Toos mogen we, omdat wíj het zijn, bij hoge uitzondering gebruik maken van haar keuken omdat er geen lokaal meer vrij is. In de gang op weg naar die keuken gebeuren er vreemde dingen. Snuisterijen, een koekoeksklok en rare spiegels brengen ons al in een wonderlijke sfeer. Waldo betrekt continue Margo, Ruud en Yvon bij de dingen die er gebeuren. Lampen gaan branden, muziek gaat spelen, rode neuzen rollen over de trap en potjes bewegen. In de ouderwetse keuken met koffiemolens, héél veel laatjes en allerlei potten en pannen krijgen we wat te drinken. Koffie is snel gemaakt door juffrouw Toos. Maar die ranja gaat niet vanzelf, niet zonder geintje. Net als de cake. Als we die ophebben krijgen Margo, Ruud en Yvon al wat clownslessen. Ze oefenen in opkomen, buigen, de aankondiging van een act en van het ontvangen van applaus. Van ons. Want Gerard en ik zijn het publiek, samen met juffrouw Toos die alles goed in de gaten houdt. Margo houdt vooral clown Waldo goed in de gaten. Ze volgt hem waar hij gaat. Margo zit soms hoog in haar ademhaling, soms helemaal niet. Heel af en toe lijken haar gedachten en aandacht ergens anders te zijn. Maar Waldo heeft haar snel weer bij de les met zijn streken, zijn mimiek en zijn donkere, sprekende ogen.
De plotseling ronddraaiende handvaten van de koffiemolens, de borden die alle kanten opdraaien en de laatjes die opengaan, heeft Margo niet zo in de gaten. Ze let op Waldo. In één van de laatjes vinden Ruud en Yvon een rode knop. Als ze daar op duwen, wijkt de kast en ontstaat er een gat in de muur. Een gevaarlijke doorgang luikt. Van juffrouw Toos mogen we daar niet zomaar doorheen. Ze vindt het véél te gevaarlijk. En dus krijgen we van Waldo allemaal een hoofddeksel. Een soeppan, een steelpan een koekepan. Het maakt hem niet uit wat hij op ons hoofd zet. Tot groot genoegen van Margo krijgt ook zij van Waldo een vergiet op haar hoofd. “Je weet maar nooit, Margo.”
Margo geniet van zijn aandacht. Over een krakerige, plankenvloer komen we bij een gesloten deur. Bij het enorm slot hangt een brief. Ruud en Yvon hebben de opdracht snel vervult en vinden de sleutel die het hangslot opent. Door de immense deur komen we in de geheime clownskamer. Er klinkt clowneske muziek. “Hier gebeurt het! Hier worden de voorstellingen gemaakt!” Waldo is enthousiast. Er is van alles. Oude foto’s aan de muur, boeken, clowns- en circusattributen, muziekinstrumenten, rode neuzen en zachte, pluizige boa’s, ruiten jasjes. Ook zijn er drie zwarte, hoge hoeden en genoeg andere ingrediënten voor een prachtige voorstelling. Gerard en ik fungeren weer als publiek en nemen plaats aan de houten, karakteristieke tafel. Waldo geeft Ruud het schuifgedeelte van een trombone. De geheime weetjes van onze kinderen, die ik vooraf middels een vragenlijst had doorgegeven, zijn verweven in het spel. “Speel jij maar een liedje!” Waldo zet hem één van de drie zwarte hoge hoeden op. Ruud gaat mee in het spel. Hij zet het roestige, halve muziekinstrument aan zijn lippen en ‘zingt’ een melodietje. “Tatadadadadaa!” Hij tilt zijn knieën beurtelings in de lucht en marcheert parmantig door de clownskamer. Geweldig! Ruud wordt onbewust door Waldo meegenomen in een clownsrol. Ook Margo krijgt een clownsnummer. “Hooggeëerd publiek. Hier is Margo in de draaimobiel!” roept Waldo fier.
Gerard en ik applaudisseren. Waldo draait Margo in haar rolstoel in de rondte. De muziek klinkt wat harder en Margo lacht voluit. Ook Yvon wordt aangekondigd. Deze keer door Ruud en juffrouw Toos. Zij heeft de act met het magische touw. Met haar zwarte, hoge hoed op lacht ze al voor ze begonnen is, maar het lukt haar, onder aanmoedigingen van Waldo, om het slappe touw recht overeind te laten staan. Het applaus van ons klinkt hard, voor zover dat kan met z’n tweeën. We klappen door op de maat van de muziek waarop Waldo samen met de kinderen in polonaise rondom de tafel gaan. Juffrouw Toos sluit ook aan. Het is een klein feestje wat ze met z’n vijven vieren en Gerard en ik kijken toe hoe ze stuk voor stuk genieten. En wij ook.
Juffrouw Toos wil de geweldige artiesten en het fantastische publiek vast leggen op de gevoelig plaat. Een ouderwetse fotocamera staat klaar. Op een wonderlijke wijze lukt het juffrouw Toos een moderne foto te maken. Daarna mogen we om de beurten door het showgordijn, zoals een echte artiest betaamd.
We komen in een keuken. Hè,
jammer! Een gewone keuken zonder alle mysterieuze karakteristieken. Ineens is
de vorstelling is voorbij. We knipperen met onze ogen. Het zonlicht is fel door
de ramen. Het ruikt heerlijk. De tafel is gedekt. Er klinkt muziek die we
herkennen van ‘Het Zintuigenrijk’. We krijgen in deze keuken ook weer koffie en
ranja. Maar nu komt de versnapering gewoon uit een kan en niet uit rare kraantjes
waar het water aan de verkeerde kant
uitkomt. Poffertjes worden kant en klaar opgediend. Als we onze buik vol
hebben, komen we nog even in het typerende winkeltje. We nemen afscheid. In het
winkeltje heeft juffrouw Toos een verrassing klaar liggen. Voor ieder van ons
de ‘artiestenfoto’, een sticker en een rode neus. En voor Margo het magische
gocheltouw.
De twee CliniClowns zwaaien ons uit. “En familie, vergeet vandaag niet te lachen…en morgen, en overmorgen!” “Zullen we doen!” roepen Ruud en Yvon hen al zwaaiend toe. Het was een prachtig theaterspel, met fantastische momenten. Ik bekijk de foto. Als vanzelf verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Vandaag alweer! En als ik er morgen en overmorgen naar kijk, vergeet ik vast niet te lachen.
De twee CliniClowns zwaaien ons uit. “En familie, vergeet vandaag niet te lachen…en morgen, en overmorgen!” “Zullen we doen!” roepen Ruud en Yvon hen al zwaaiend toe. Het was een prachtig theaterspel, met fantastische momenten. Ik bekijk de foto. Als vanzelf verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Vandaag alweer! En als ik er morgen en overmorgen naar kijk, vergeet ik vast niet te lachen.