Margo, onze oudste dochter, is een meisje met het Rett syndroom wiens beperkingen invloed hebben op ons hele gezin. Onbewust bepaalt zij onze grenzen. Onbewust is zij het middelpunt van ons gezin. Haar onvoorwaardelijke liefde en afhankelijkheid leert ons hoe waardevol alles is en hoe alles in het leven niet vanzelfsprekend is.
Vrijdag 22 maart 2013…Machtigingen.

Yep! Ze zijn er! Twee verwijzingen; één voor de spalken en één voor de schoenen. Op naar de schoenmaker…

Donderdag 21 maart 2013…Uit balans?


Ik wurm Margo’s voeten in de spalken. “Dit kan toch écht niet meer,” hoor ik mezelf zeggen. Net zo vlot als ik de klittenband op elkaar duw, laat ie weer los. Zijn we te lief? Te netjes? Moeten we dan toch met de vuist op tafel slaan? Maar ik hou nu eenmaal van vriendelijkheid. Een taal die blinden kunnen zien en doven kunnen horen.
Op het moment dat ik vorige week thuis kwam van onze mislukte poging om naar het revalidatiecentrum te gaan, bedel ik naar hetzelfde revalidatiecentrum. Het viel me tegen dat een nieuwe afspraak vier weken op zich laat wachten. Vier weken duurt me te lang, dus stuurde ik een mail. Door verschuivingen binnen het revalidatiecentrum heeft Margo een nieuwe revalidatiearts. Zij kent Margo nog niet. Ze heeft haar nog niet gezien. Daarom stuurde ik een mail aan zowel de ‘nieuwe’ als ‘oude’ revalidatiearts met de vraag wat kan en wat mag. De ‘nieuwe’ arts reageerde snel. Ze gaf aan dat het mogelijk is de machtigingen te kunnen versturen. De hele week viel er van alles op de mat, behalve post van het revalidatiecentrum. Dus stuurde ik dinsdag opnieuw een nette mail. Het antwoord dat ik de volgende middag kreeg, verbaasde me. Mijn vraag bleek doorgestuurd te zijn naar de zorgcoördinator. Ik kreeg geen fatsoenlijke reactie geformuleerd. Ik spuide ’s avonds mijn gal bij Gerard. Met een “Het komt wel goed, schatje.” nam hij het allemaal wat luchtiger op dan ik. Toen ik Gerard vroeg om te reageren, was dat voor hem geen probleem. Hij stuurde een keurige mail met het verzoek voor de gegevens van de zorgcoördinator zodat we met hem of haar contact op kunnen nemen.
Ik heb het gevoel dat alles wat ik doe tegen me werkt. De spalken zijn namelijk niet het enige wat niet van de grond komt. Er zijn meer dingen hier in huis die, voor mijn gevoel, niet lekker lopen en me veel energie kosten zonder dat het iets oplevert. Het maakt me moedeloos, kwetsbaar en brengt me uit balans. Vanmorgen open ik de mailbox en zie een korte reactie op Gerards vraag van gisteravond. Het bevat niet meer dan een naam en een emailadres. Maar goed, daar kan ik mee vooruit. Ik zoek in het mapje de afsprakenkaart van het revalidatiecentrum voor het telefoonnummer. Ondertussen maak ik een kop koffie. Net als ik wil bellen, hoor ik het geluid van inkomende mail. Ik zie een reactie van de zorgcoördinator. Ze verontschuldigt zich voor de vertraging. Margo’s dossier lag niet op de juiste plek. Inmiddels zijn de machtigingen geschreven en gaan vandaag op de post. Ik neem een slok koffie. Ik besluit om niet te bellen en nog maar een dag af te wachten. Het stemt me hoopvol en geeft me energie om andere dingen op- en aan te pakken. Ik bel, regel en vraag. En aan het einde van mijn dag zijn er dingen helder, opgelost en in gang gezet. Ik raak langzaam weer in evenwicht.
 

Dinsdag 19 maart 2013…Naar de tandarts.

Na het ongeluk gaat Margo weer zonder moeite weer met de taxi mee. Toch vindt ze het altijd wel gezellig om met mij mee te gaan. Ook vanmorgen schenkt Margo me een grote glimlach als ik haar tijdens het ontbijt vertel dat ze niet met de taxi mee hoeft maar wij samen naar de tandarts gaan.
Ik wandel over het terrein van de instelling. De bouwwerkzaamheden zijn alweer wat gevorderd. Beplanting langs de paden zijn aangelegd. Verderop zie ik de woongroepen waar we onlangs rond keken. Jammer dat onze eerste indruk wat tegenviel. Toch blijf ik het echt een mooie locatie vinden. We hebben onze zoektocht naar een woonplek voor Margo nog niet verder opgepikt. Thuis gaat het er momenteel redelijk ontspannen aan toe. Daardoor is de noodzaak voor het vinden van een woonplek wat naar de achtergrond geschoven. Bovendien zijn andere dingen en afspraken die veel tijd in beslag nemen.
Omdat ik al aardig gewend ben aan de tillift -sterker nog, ik til niet meer zelf- blijft de tilzak in de rolstoel liggen. Als vanzelfsprekend haakt de tandartsassistente de tilbeugel aan de tilzak. Ik vind het best spannend hoe ze Margo behendig verplaatst in de zwierende tilzak richting de tandartsstoel. De tandarts duwt nog gauw de lamp aan de kant zodat de weg vrij is voor Margo. Eenmaal boven de tandartsstoel laat ze Margo rustig zakken zodat ze uiteindelijk in een prima houding in de tandartsstoel ligt. Margo ondergaat het ontspannen.
Als reactie op de felle lamp die in haar ogen schijnt, wendt Margo even haar hoofd af. Ze knippert een paar keer en lijkt dan gewend aan het felle licht. De tandarts laat Margo de roterende tandenborstel voelen op haar hand ter voorbereiding op de controle. Margo werkt aardig mee. Ze houdt haar mond goed open terwijl de tandarts haar gebit inspecteert. Ze krabbelt wat met het haakje en ontdekt gelukkig geen bijzonderheden. Het gebit is netjes gepoetst. Terwijl de tandarts wat plakkerig spul aanbrengt voor de versteviging van het tandglazuur, klinkt het lied ‘Rode Rozen’ uit de radio. De nieuwslezer van Omroep Brabant meldt even later dat de vertolker van dit lid is overleden. “Het zal toch echt niet de laatste keer zijn dat we dit liedje nog horen,” zucht  de assistente. Ze licht toe dat veel patiënten dit nummer willen horen tijdens een behandeling. Het helpt hen om zich te ontspannen. “Doe voor Margo toch maar liever iets van Kinderen voor Kinderen of Guus Meewis.” Samen met de assistente zet ik Margo middels de tillift in de rolstoel. Terwijl de assistente Margo een sticker laat kiezen, maak ik met de tandarts een nieuwe afspraak voor over drie maanden.
Als ik even later met Margo terugloop richting onze bus, betrap ik mezelf op het neuriën van de 'Rode Rozen’-melodie. En als ik de zin ‘de schat waar ik zo van hou’ hardop zing, gaat Margo helemaal in een deuk. Ik zet toch maar gauw de cd van Guus Meeuwis aan zodra we in de bus zitten…
Zondag 17 maart 2013…Instructies.

We horen ze wel vaker; van die goedbedoelde waarschuwingen. “Denk aan je rug!” ‘Je hebt maar één rug, hoor!” We horen ze ,maar doen er niet veel mee. We vinden het fijn om Margo te tillen. Het is erin geslopen na de scoliose operatie toen het beter was om Margo niet met de tillift te tillen. Dat extra lichamelijke contact, zonder die rolstoel, vinden we nog altijd prettig. Maar Margo is behoorlijk wat kilo’s aangekomen en daardoor lukt het mij de laatste weken slechts met veel moeite om Margo te tillen. Als Gerard thuis is, vraag ik hem om de transfers te doen. Regelmatig heb ik last van mijn rug en mijn schouders, maar ik wuif de klachten weg. Ik vind het zo’n gedoe om de tillift te gebruiken. Het kost veel extra tijd. Van de rolstoel op bed en weer terug voor de verschoning of een rustmoment gaat vele malen sneller als ik Margo zelf til.
Onze buurvrouw (van het vorige huis) vroeg me onlangs hoe ik denk dat het voor Margo voelt. Want dat laatste stukje voordat ik Margo in haar rolstoel kan laten zitten, is ze net te zwaar en daardoor plof ik haar waarschijnlijk in de stoel. En dat laatste stukje voordat ik Margo op bed kan leggen, is net te ver voor me uit en daardoor kwak ik haar waarschijnlijk op bed. En als ik Margo vanaf de achterkant van het bed naar voren trek om haar aan te kleden? Dat is vast en zeker ook meer sjorren dan schuiven? Ik zit wat lacherig bij onze buurvrouw aan de koffie. Ik heb geen tegenargumenten. Onze buurvrouw werkt in de zorg. Ze vertelt me haar ervaringen en die van de mensen die zij in het verpleeghuis verzorgt. Ze maakt me bewust dat het niet alleen voor ons beter is om hulpmiddelen in te zetten, maar zeker vele malen aangenamer voor Margo. En als ze hoort dat ik me niet zeker voel bij het gebruik van de tillift, is het voor haar geen probleem om instructies te komen geven.
Gistermorgen kwam de buurvrouw bij ons. Ze had wat spullen te leen gekregen van de afdeling waar ze werkt. Nieuwsgierig kwamen Ruud en Yvon poolshoogte nemen. Ze wilden dolgraag proefkonijn zijn en lieten zich om de beurt op en neer schuiven met de glijdeken. Het glibberige stuk stof zorgt voor een gemakkelijke transfer van de ene kant van het bed naar de andere. Zelf kon ik het verschil ervaren tijdens een transfer met én zonder glijdeken. Ik kan niet ontkennen dat het niet echt prettig is als iemand je van de achterkant van het bed naar voren trekt met de nodige weerstand van stugge stoffen. Volgens de buurvrouw zou ik meer om het bed heen moeten lopen om mijn rug te sparen. Te ver voorover leunen, ook al werk je op de goede hoogte, is nog belastend voor je rug. De buurvrouw had enkele opmerkingen over de plaats waar zowel het bed als het bad staat. Ook adviseerde ze niet te veel knuffels en kussentjes neer te leggen, die verkleinen en belemmeren de werkruimte. Net als de dingen die op de grond staan. Ze heeft gelijk, maar in mijn ogen is er verschil tussen professionele arbeidsvoorwaarden in een verpleeghuis en de omgeving van een gezellige tienerslaapkamer. Toch zijn er dingen die ze opmerkte die mijn ogen openen. Na een demonstratie en tips voor het gebruik van de tillift spraken we af dat de buurvrouw zondagmorgen terugkomt om Margo mee in bad te doen. Dat levert volgens haar ook nog genoeg tips en eye-openers op.
Gistermiddag gebruikte ik enkel de tillift en de glijdeken. Onder kritisch toeziende ogen van Ruud en Yvon. Als Gerard wilde tillen, weigerde ik zijn hulp. Margo kon het erg waarderen. En al helemaal als ik lachend zei dat ik het zo moet doen van de buurvrouw. De buurvrouw wordt vanmorgen dan ook door Margo begroet met een brede glimlach. Margo kijkt haar grinnikend aan, haalt haar wenkbrauwen op en kijkt beurtelings naar Gerard en mij. Ze heeft in de gaten dat wij opnieuw mogen gaan oefenen. De tips die de buurvrouw me geeft tijdens het badritueel zijn wonderbaarlijk. Simpele tips die het verzorgen en aankleden gemakkelijker maken. Ik krijg van haar praktische adviezen waarvan ik me afvraag waarom ik ze nooit geweten heb. Vreemd eigenlijk dat we nooit op bepaalde dingen gewezen zijn door een fysiotherapeut of een ergotherapeut. Maar we groeiden mee met ons kind die van een kleuter, naar een klein meisje naar een tiener groeide, met als wat daarbij hoort. We doen alles op onze manier zoals het erin geslopen is. Er is niemand die ons daarin ooit advies gaf.
Maar goed dat we zo'n lieve buurvrouw hebben die deze kennis ook heeft!


Dinsdag 12 maart 2013…Bij de revalidatiearts.

Vorige week zaten de terrasjes al aardig vol. Mensen genoten van de voorjaarszon. Met het heerlijke weer leek de lente in aantocht. Maar dat genieten was slechts voor een paar dagen. Opnieuw is het koud. En vannacht is er onder andere in Brabant een flinke laag sneeuw gevallen. Het veroorzaakt chaos op de wegen rondom Eindhoven. Ongelukken en ellenlange files staan vermeld op teletekst. Ik vraag me af of het zinvol is überhaupt te vertrekken richting Eindhoven. Maar ik wil graag dat Margo naar de revalidatiearts gaat zodat er een vervolg komt op de verwijzing voor de spalken. En dus vertrek ik toch maar samen met Margo ruim op tijd richting het revalidatiecentrum. Gerard, die ook net op weg is naar zijn werk, laat mij weten dat hij net buiten het dorp al stil staat door de verkeersopstoppingen. Aangezien ik deels dezelfde weg moet volgen, kies ik voor de binnenwegen. Ze zijn redelijk goed begaanbaar, maar het gaat traag. Ik rij stapvoets. Als ik ruim een half uur onder weg ben en het nieuws van negen uur op de radio is, heb ik pas tien kilometer afgelegd. Ik ben nog niet eens op de helft. De afspraak met de revalidatiearts is al over een half uur. Ik probeer mijn geduld te bewaren. Dit is overmacht, maar gruwelijk vervelend.
Margo vindt het allemaal prima. Ze kijkt naar buiten. Ze lacht naar mij als ik omkijk. Zij ziet er kennelijk wel de lol van in dat ze met mij mee mag en dat ze niet met de taxi naar school hoeft. Met momenten vlot het aardig en krijg ik vertrouwen toch nog redelijk op tijd bij het revalidatiecentrum te arriveren. Maar dan staat het weer helemaal stil.


Ik informeer bij het revalidatiecentrum. Misschien is de revalidatiearts ook wel gestrand in het verkeer. Misschien kunnen ze wat schuiven met onze afspraak. Maar helaas, als ik de afspraak om half tien niet haal, heeft het geen zin meer om te komen. De revalidatiearts heeft een vol dagprogramma. Er is geen plaats meer vrij om Margo er ergens anders op de dag in te plannen. Het is daarom zinloos om door te rijden. Ik breng Margo dan ook direct naar school.  En dus heb ik ook vandaag weer geen advies en verwijzing voor de spalken en blijven de vragen over de rolstoel onbeantwoord.



Maandag 4 maart 2013…Bij de genetica arts.

Margo is slaperig, al vanaf gisteren. Ik wek haar, kleedt haar aan, maar echt wakker wordt ze niet. Het ontbijt gaat grotendeels aan haar voorbij. Al slapende zit ze in de bus. Al slapende wordt ze door Gerard begroet als we in het Maxima Medisch Centrum zijn gearriveerd. We lopen naar de afdeling klinische genetica. De afdeling is verhuisd. We hoeven niet met de lift. Niet naar drie hoog door de lange smalle gang in het kleine, grijze kamertje. De nieuwe wachtkamer is ruim en kleurrijk. We staan de ruimte nog te bewonderen als de secretaresse koffie komt brengen. We kunnen nog even plaatsnemen. De genetica-arts staat in de file horen we van zijn secretaresse.
Het duurt slechts zo’n tien minuten voordat de arts er is. Hij gaat ons voor in de behandelkamer. Wat een verschil. Vele malen groter en mooier dan het kleine kamertje in de uithoek van het ziekenhuis. We praten met de arts over allerlei aspecten; het slapen, de medicatie, het eten, communicatie, Margo’s botten en ontlasting, woongroepen en de Rett-aanvallen. De arts kijkt ondertussen naar Margo. Af en toe gaan haar ogen open, drinkt ze wat en doezelt weer in slaap. De arts heeft haar al in verschillende stemmingen gezien, maar nog nooit dat ze zó slaperig is. De arts wil Margo graag lichamelijk onderzoeken. Zelfs op de harde behandeltafel, in een oncomfortabele houding, wordt Margo niet echt wakker. Ze schenkt de arts slechts een verontwaardigde, bijna boze, blik in plaats van een brede glimlach zoals hij gewend is. De arts kan er wel om lachen. Hij meet Margo’s lengte en hoofdomtrek. Hij bekijkt de voeten en haar rug. De intensieve controle hiervan laat hij over aan de revalidatiearts en de orthopeed. Het is een prettig consult. We horen enkele mooie anekdotes. Opzienbarend nieuws is er niet. Het uur is zo om.
In de hal van het ziekenhuis komen we Rett-meisje Fleur met haar ouders tegen. Zij zijn op weg naar de genetica-arts. We maken een kort praatje. Voor Fleur precies lang genoeg om, met al haar charmes, Gerard op z’n knieën te krijgen. Margo krijgt er weinig van mee. Net als van de rit naar school…en de rest van de dag.
Vrijdag 1 maart 2013…Emoties achteraf.

Ruud en Yvon zijn naar school. Ik maak een kop koffie en verheug me al op de ontknoping van het tv-programma ‘Wie is de mol?’. Via ‘uitzending gemist’ zoek ik de aflevering van gisteravond terug en ga er goed voor zitten. Ik zie fragmenten uit de vorige aflevering en als ik de tien kandidaten één voor één voorbij zie komen met de begintune, gaat de telefoon.
De leidster van het logeerhuis wil me laten weten dat Margo vanmorgen erg paniekerig was. Ze had goed geslapen, maar aan de ontbijttafel was ze beginnen te huilen. Ook wilde ze niets eten of drinken. Ze bleef maar huilen en was erg gespannen. Ze hadden niet de indruk dat Margo pijn had. Met behulp van picto’s had Margo hen dit bevestigd. Toen de chauffeur, die betrokken was bij het ongeluk,  binnen was gekomen, zagen ze de angst in haar ogen en huilde ze nog intenser. De man heeft Margo toegesproken en geprobeerd haar gerust te stellen. Het was er blijkbaar allemaal toch wat heftiger aan toegegaan dan men gisteren deed vermoeden. De leidster had dan ook gevraagd of de chauffeur mij even wilde bellen om mij bij te praten over het ongeluk, zeker nu Margo zo in paniek was. Ze hadden haar toch in de taxi gezet en inmiddels Heimdal op de hoogte gebracht over Margo’s stemming.
Ik heb onmiddellijk een knoop in mijn maag. Wat gaat er allemaal door Margo heen? Wat heeft ze gezien? Wat heeft het voor impact? Ik bel Gerard op. Hij is stil. Het valt hem zwaar. We kunnen nog even niks doen. De taxi is onderweg naar school. Ik kijk, weliswaar met minder aandacht, het tv-programma verder af. Ik wacht totdat ik zeker weet dat de kinderen op school zijn en bel met één van haar juffen. Margo is erg van de kaart. Ze wil getroost worden, ze wil haar gevoelens delen. De juf is lovend over de manier van communiceren van Margo. “Ze is heel duidelijk naar ons. Ze grijpt me met twee handen vast, laat me niet los en kijkt me indringend aan. Ze wil nabijheid en veiligheid.” De tranen springen in mijn ogen. Zoals de juf me vertelt hoe ze Margo troost, haar veiligheid biedt en haar begrijpt, ontroeren me. Anderzijds emotioneert het me ook dat Margo zo vol zit van wat er is gebeurd, wat ze heeft moeten doormaken en hoe ze het kwijt wil.
Ik overleg met de leidster wat wijsheid is. Het is prima als Margo blijft en het ritme meebeleeft van de dagelijkse dingen. Maar halen we haar zelf op met onze eigen bus of moet ze er doorheen en komt ze toch met de taxi naar huis? Ik laat de juf rond de middag weten of we Margo zelf ophalen of niet. Ik bel met Gerard wat hij ervan vindt. We zijn er samen snel aan uit. Margo hoeft niet met de taxi naar huis. Gerard komt eerder naar huis en ik ga Margo straks ophalen.
Nog voordat ik de leidster heb gebeld over ons besluit, belt ze me tegen de middag. Margo blijft erg gespannen en is ontroostbaar. “Een bevestiging dat ze met jou mee naar huis kan, is misschien wat ze nodig heeft om te kunnen ontspannen.” De knoop die al in mijn maag zat, lijkt zich nog strakker aan te trekken. Wat een impact heeft het voor Margo.
Ik doe snel de dingen die ik moet doen. De chauffeur belt net voordat ik wil vertrekken. Ik wil gaan. Ik wil naar Margo. Aangezien de man zo dadelijk ook op school is om de kinderen te halen,  spreken we af dat hij me op school bijpraat. Tegen tweeën ben ik op school. Margo zit heel hoog in haar ademhaling. Ze is erg in zichzelf en reageert nauwelijks op mijn komst. Ik geef haar een knuffel en voel de enorme spanning in haar lijf. Het is aanzienlijk minder dan vanmorgen, vertellen de juffen. Het bericht dat ik haar zou komen halen, heeft haar goed gedaan. De juf vertelt dat ze, nadat ze even uit de klas was voor ons telefoongesprek, totale chaos in de klas had verwacht. Maar de klas was na haar terugkomst in volledige rust. Ook de andere kinderen in de groep voelden heel duidelijk dat er wat gaande was. “Jullie dame had het ook nu weer voor elkaar!” Het lukt Margo, blijkbaar in welke situatie dan ook, iets op anderen over te brengen. Haar klasgenootjes vonden het prima dat Margo vandaag de aandacht van de juffen kreeg. Heel bijzonder was het jongetje die, naast de juffen, vandaag Margo’s steun en toeverlaat was. Hij hield steeds Margo’s hand vast en wreef er zachtjes over.
De chauffeur komt in de klas. Ik ken de man niet omdat hij dagelijks de rit van het logeerhuis rijdt en dus nooit bij ons thuis komt. Hij is erg onder de indruk dat Margo zo ontdaan is. Hij verontschuldigt zich verschillende keren en is zelf nog erg aangeslagen. Het type ‘ruwe bolster, blanke pit’ is mijn indruk. Hij vertelt uitgebreid zijn verhaal. Het blijkt dat een tegemoetkomende vrachtwagen met oplegger plotseling, zonder knipperlichten, voor hem afdraaide. De uitzwenkende oplegger ramde de zijkant van de taxibus. Een raam sprong kapot en de zijkant werd zwaar beschadigd. Volgens de chauffeur was de botsing zelf niet hard omdat de bus nagenoeg stil stond, maar er was veel lawaai. De chauffeur heeft met claxonneren geprobeerd de tegenligger te waarschuwen. Waarschijnlijk is er ook nog wat geschreeuwd. Margo zat niet aan de kant waar de bus beschadigd is, maar daardoor heeft ze waarschijnlijk de vrachtwagen op zich af zien aankomen. Vreselijk. Toch was ze, volgens de chauffeur, gistermiddag erg rustig. Hij kijkt naar Margo en streelt over haar wang. Ik heb te doen met de man. Kwetsbare kinderen die hij in zijn eentje ergens veilig en warm moest herbergen. Zelf onthutst door wat hem is overkomen. Gelukkig was er onmiddellijk hulp van omstanders en het personeel van de supermarkt waar de kinderen zo lang konden blijven, vertelt de man verder.
Ik wacht totdat alle taxi’s weg zijn voor ik ga vertrekken. Ik trek alvast Margo haar jas aan. De juf stopt een boek in Margo’s rolstoeltas. Ze hebben er na de lunch samen in gelezen. Het gedicht op de eerste bladzijde van het boek gaat over een beschermengel. Bij het horen van het gedicht verscheen er een voorzichtige glimlach op Margo’s gezicht. Ik mag het boek meenemen, misschien kunnen we het thuis ook nog eens lezen als Margo in deze emotie blijft hangen.
Thuis is iedereen extra blij Margo weer te zien. Ik hoor van Gerard dat vooral Ruud erg schrok toen hij hoorde dat ik Margo was gaan halen. Maar goed dat Gerard thuis was en Ruud het niet van een briefje, dat op het aanrecht lag, hoefde te lezen.
Margo wordt overladen door kusjes en knuffels. Meer nog dan anders als ze thuiskomt. Ze glimlacht.
Nog voor het avondeten lees ik het gedicht van de beschermengel voor aan Margo. Ook nu verschijnt er weer een glimlach. Het is te hopen dat Margo snel weer kan ontspannen en het vertrouwen krijgt.
Donderdag 28 februari 2013…Ongeluk in een klein hoekje.

Als Margo thuiskomt zorg ik dat het eten klaarstaat, dat het huis opgeruimd is. Dat ik niks meer moet en er voor haar kan zijn. Maar als Margo gaat logeren, is het allemaal net wat meer ontspannen. Komt het niet zo precies. Na enkele slechte dagen en nachten (zijn we te positief geweest?!) geniet ik vanmiddag van mijn zorgeloze middag. Ik rommel in de woonkamer. De stofzuiger staat er nog, net als een mand was die gevouwen moet worden. De telefoon gaat. Ruud neemt
‘m aan. “Ik zal mijn moeder even geven,” hoor ik hem keurig netjes zeggen. Hij haalt zijn schouders op als hij mij de hoorn aanreikt. Het is een man van het taxibedrijf. Hij wil me even laten weten dat de taxibus een ongeluk heeft gehad en dat de kinderen ongedeerd zijn. Ze gaan met een andere taxi naar het logeerhuis. Ik schrik. Allerlei vragen schieten door mijn hoofd. Hoe hard is het gegaan? Moet ik ernaar toe? Is er paniek? Was het een paaltje? Of een frontale botsing? Voor ik verder kan vragen, heeft de man het gesprek beëindigd en blijft ik beduusd staan. Ruud en Yvon hebben in de gaten dat er iets aan de hand is. Ik leg de hoorn op tafel en vertel hen dat er een ongeluk is gebeurd. Ook zij willen meteen meer weten. Dan realiseer ik me dat, als het hard gegaan is, Margo een vergrote kans heeft op botbreuken. Ik neem contact op met het logeerhuis. De leidster weet niets meer dan ik. De kinderen zijn er dan nog niet. De leidster zal bij de chauffeur navragen naar de toedracht van het ongeluk. Ook zij had al gedacht aan mogelijke breuken bij Margo en belooft me meteen te kijken hoe Margo reageert op bewegingen met haar ledematen. We hebben nog contact.
Ik bel Gerard om te vertellen wat er gebeurd is. Ook hij schrikt zich rot. Hij wil naar het logeerhuis. Hij wil Margo zelf zien. We overwegen om naar het logeerhuis te gaan, maar willen geen verwarring voor Margo veroorzaken. We willen Margo’s logeerritme niet onderbreken. Misschien valt het allemaal reuzenmee. Dus besluiten we om verder bericht af te wachten.
Terwijl ik de handdoeken vouw, spookt er toch van alles door mijn hoofd. Ik bel naar het taxibedrijf en vraag om meer informatie over het ongeluk. De vrouw die ik aan de lijn heb, kan me alleen vertellen dat er blikschade is. Een andere collega is naar de plaats van het ongeval. Om papieren in vullen voor de afhandeling van de schade en dergelijke. Ik vraag door of ze weet wat er nu precies gebeurd is. De bus is teveel beschadigd om verder te kunnen rijden. De kinderen zijn opgevangen bij een supermarkt vlak in de buurt. Ze zullen door een andere chauffeur naar het logeerhuis gebracht. De aanrijding was niet de schuld van de eigen chauffeur, vertelt ze me heel nadrukkelijk. Heel veel wijzer word ik niet.
Na het avondeten hebben we contact met de leidster van het logeerhuis. Margo is niet anders dan anders. Ze hebben haar al verzorgd en haar lijf gecheckt. Er zijn geen blauwe plekken of iets dergelijks te zien. Margo geeft geen pijn aan en lijkt nergens last van te hebben. Ook de andere kinderen zijn ongedeerd en hebben weinig last van hetgeen ’s middags gebeurd is. Over de toedracht van het ongeluk weet de leidster me niet veel meer te vertellen als alleen dat het een botsing was met een vrachtwagen. De eigen chauffeur moest voor de afhandeling van het ongeval ter plaatse blijven. De kinderen zijn door iemand anders naar het logeerhuis gebracht. Die man wist er het fijne niet van. Het stelt ons aardig gerust dat Margo verder niet ontdaan is van de gebeurtenis. We gaan met een gerust hart slapen. We kunnen wel een goede nachtrust gebruiken naar een paar slechte nachten.
Maandag 25 februari 2013…Miscommunicatie.

Twee keer per jaar komt de revalidatiearts bij Margo op school. Dat is altijd erg gemakkelijk. We maken dan ook meestal dankbaar gebruik van de mogelijkheid een consult in te plannen. Ook voor haar aanwezigheid morgen heb ik ons opgegeven. We hebben nog wat vragen over de rolstoel waarvoor we bij haar terecht kunnen. Maar zeker ook met betrekking tot de vergroeiingen van de voeten. De vragen rondom de spalken en de nieuwe schoenen kunnen hopelijk door haar beantwoord worden, zodat de verwijzing geregeld wordt. Ware het niet dat Margo niet is ingepland!
Blijkbaar is het briefje, waarop ik had ingevuld te willen komen, kwijtgeraakt. Het programma van de revalidatiearts is helemaal vol. Geen gaatje meer in haar schema voor Margo en mij. Er zit niets anders op dan het revalidatiecentrum te bellen in de hoop dat er op korte termijn een afspraak mogelijk is.