Margo, onze oudste dochter, is een meisje met het Rett syndroom wiens beperkingen invloed hebben op ons hele gezin. Onbewust bepaalt zij onze grenzen. Onbewust is zij het middelpunt van ons gezin. Haar onvoorwaardelijke liefde en afhankelijkheid leert ons hoe waardevol alles is en hoe alles in het leven niet vanzelfsprekend is.
Donderdag 6 juni 2013…Er achter aan.

De zon brandt op mijn huid. Een kop koffie staat in het gras. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes tegen de zon om de letters van het weekblad te kunnen lezen. (Jaah, en zo worden ze ook een stuk scherper!) ‘In verband met een personeelsuitje is het gemeentehuis op vrijdag 7 juni a.s. gesloten’ lees ik. Ineens bedenk ik me dat ik niet eens een ontvangstbevestiging heb ontvangen van onze aanvraag van de elektrische rolstoelaandrijving. Ik kijk op mijn horloge en het telefonisch spreekuur van de WMO is juist begonnen. Ik loop naar binnen, pak voor de zekerheid de aanvraag van ergotherapeute bij de hand en bel naar het gemeentehuis. Ik word doorverbonden met onze WMO-zorgconsulente. Ik informeer of zij onze aanvraag wel heeft ontvangen. “Poeh...eeh…” Er klinkt gerommel van papieren. Dan blijkt dat ze de brief heeft gevonden. Ze mist een stempel van binnenkomst wat zou kunnen verklaren dat ik nog geen ontvangstbevestiging heb ontvangen. “Maar,” vraag ik, “heb je de aanvraag al doorgenomen en eventueel al een beslissing genomen?” Het duurt even voordat ze het gesprek hervat. Ze vraagt of de motorische aandrijving bedoeld is voor het inrijden in de bus of voor de wandelingen. Ik antwoord dat het nodig is voor beiden. Hoe dat dan verder geregeld wordt, is haar volgende vraag. Omdat ik daar het passende antwoord niet voor heb, stelt ze voor de ergotherapeute te vragen om dit voor ons te regelen. “Dus je geeft goedkeuring voor de aanpassing?” Ze antwoordt bevestigend. Ik kan ervan uitgaan dat ik binnenkort bericht krijg van de ergotherapeute over hoe en wat verder.
Verheugd leg ik de telefoon op het aanrecht. Ik vraag me af of ik de schoenmaker ook meteen zal bellen in de hoop te horen dat de schoenen en spalken klaar zijn. Maar nee, misschien vanmiddag. Ik blijf liever nog even in een jubelstemming. En die wordt alleen maar groter als ik mijn mailbox open. Een bericht van de taaldeskundige; We hebben akkoord gekregen van het zorgkantoor voor het interventietraject voor Margo zoals ik dat heb ingediend. Ik zal ook voor dit vervolgtraject optreden als casemanager.’ Ik mail haar terug om de voorgestelde datum te bevestigen zodat we verdere afspraken kunnen maken in het vervolgtraject.
Toch maar langs de schoenmaker zo meteen? Mijn vertrouwen wordt ineens groter dat ook hij goed nieuws voor me heeft.
Ik dek eerst buiten de tafel. Yvon komt thuis voor de lunch. Maar voordat ze gaat eten wil ze eerst haar zwemspullen klaarleggen voor straks. Haar bikini blijkt spoorloos en ze heeft dringend mijn hulp nodig. Ik zoek in haar kledingkast naar het badgerei. Intussen neemt ze de telefoon op. Ze overhandigd mij de hoorn en haalt haar schouders op als teken dat ze niet weet wie ze aan de lijn heeft. Ik ruil de hoorn tegen haar bikini. Ik noem mijn naam in afwachting van die van de beller. Het is de schoenmaker. “Margo’s schoenen en spalken zijn klaar.” Omdat Margo is logeren, spreken we af dat ik de schoenen en spalken ophaal. Als Margo weer thuis is, kan is ik ze rustig passen. De schoenmaker is ervan overtuigd dat het allemaal goed is.
Mijn dag kan niet meer stuk!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

We stellen het enorm op prijs als je een reactie achterlaat! Dit kan door bij "Reageer als" te kiezen voor 'Anoniem' (wel graag je naam onder het bericht plaatsen) of voor 'Naam/URL' (schrijf bij 'Naam' je naam en laat bij 'URL' het tekstvak leeg). Bedankt!