Margo is blij als ik met
haar in de klas kom. Ik vertel de juffen dat Margo het goed had gedaan bij de
tandarts. Met een grote glimlach ontvangst ze de complimenten van de juffen. Al
snel komt Anne, samen met haar zus, het klaslokaal binnen. Als zij met Margo
naar het zwembad gaan, loop ik bij de fysiotherapeute binnen. Ze heeft even de
tijd en samen met haar bespreek ik de aandachtspunten van Margo’s rolstoel
door. Nu ik haar visie nogmaals heb gehoord, geeft me dat wat meer vertrouwen
in ons gevoel ten opzichte van de rolstoel. Het sterkt me hopelijk bij de
evaluatie. Ik bedank de fysiotherapeute voor haar tijd. Als ik de gang uitloop,
kom ik de ergotherapeute en de adviseur (van de oogbesturing) tegen. De
jongedame, die de adviseur vergezelt, is een stagiaire. We maken een praatje.
“Blijf je niet?” De ergotherapeute is verbaasd als ik aangeef naar huis te
gaan. De afspraak die de ergotherapeute en de adviseur hebben is enkel en
alleen bedoeld om te kijken of Margo ook met een kleiner scherm overweg kan. Ik
had uit de mailing begrepen dat ik daar niet bij hoefde te zijn. Dat kreeg ik
zelfs bevestigd. “Maar nu je er toch
bent…”
Ik ben snel over te halen en
doe mijn jas weer uit. We lopen naar de kamer van de logopediste, die er
overigens niet bij is vandaag. De adviseur stalt het één en ander uit. De
oogbestuurde spraakcomputer die hij nu bij zich heeft, is veel compacter. Het
is een kleiner beeldscherm met de afmeting van 15-inch. In de proefperiode
heeft Margo gewerkt met een scherm dat wel anderhalf keer zo groot was. Voordat
de officiële aanvraag gedaan kan worden, wil de adviseur ervan overtuigd zijn
dat Margo kan omgaan met een kleiner beeldscherm. Dat zij inhoudelijk kan
omgaan met de oogbediening heeft ze al bewezen. Als de 15-inch oogbestuurde
spraakcomputer is opgestart, verschijnt het beginscherm zoals we dat gewend waren.
Er zijn enkele fotokaarten, die gebruikt zijn in de proefperiode, op de 15-inch
oogbestuurde spraakcomputer gezet. In feite kan Margo zo weer aan de slag.
Ik ben erg benieuwd hoe
Margo gaat reageren. Of ze blij is? Of ze het direct weer gaat ‘praten’? Ook de
ergotherapeute is heel nieuwsgierig naar Margo’s reactie. De adviseur geeft aan
dat hij positief verrast was nadat hij met één van de juffen had gesproken bij
het ophalen van de oogbesturing. Over alles wat hij gehoord heeft over de
ontwikkeling die Margo heeft doorgemaakt, is hij erg gecharmeerd. “Maar het
Zorgkantoor gaat anders om met aanvragen dan de zorgverzekeraars.”
We raken in gesprek over de
aanvraag. Die zal nu anders gaan verlopen dan vooraf gedacht was. Nu Margo
officieel niet meer thuis woont, zal de aanvraag niet door ons gedaan moeten
worden, maar door het woonhuis. En de aanvraag gaat niet naar de
zorgverzekeraar, maar naar het Zorgkantoor. En het Zorgkantoor heeft hele
andere criteria dan de zorgverzekeraar. Een zorgkantoor hanteert het begrip directe
communicatie. Hiermee wordt díe communicatie bedoeld die noodzakelijk is om een
goede zorg te kunnen leveren. Zoals communicatie met verzorgers, artsen en
dergelijke. Veel zorgkantoren vergoeden geen communicatiehulpmiddel als het primair
gebruikt wordt voor meer sociale communicatie. Dat Margo kan vertellen dat ze
het leuk vindt om te zwemmen bijvoorbeeld, is volgens de normen van het
Zorgkantoor niet belangrijk. Net zo min als dat ze opener en stralender is bij
het gebruik van de spraakcomputer. Maar dat ze kan aangeven dat ze wil liggen
en dat er vervolgens een aanval komt, is een bijzonder goed voorbeeld. Een hele
klus dus om de aanvraag op de juiste manier te onderbouwen. De ergotherapeute
gaat het verslag voor haar rekening nemen. Ze krijgt de nodige tips van de
adviseur. We besluiten geen extra accessoires aan te vragen. Dit zal de offerte
aanzienlijk beïnvloeden en ook die moet zo gunstig mogelijk uitvallen. Een
standaard is de duurte niet en eventueel kunnen we die zelf aanschaffen.
Anne
klopt op de deur. Margo heeft heerlijk gezwommen en is inmiddels in de klas. Ze
heeft al wat gedronken en is goed gemutst. “Ga jij ze halen?” vraagt de
ergotherapeute mij. Ik ben van mening dat zij dat beter kan doen. Zij heeft
tenslotte de laatste weken veel met Margo gewerkt. Zij kan beter uitleggen wat
de bedoeling is en wat er van Margo verwacht wordt. Ik merk dat ik gespannen
ben. Ik hoop zo dat Margo meteen laat zien én horen wat ze de afgelopen periode
heeft opgepikt. Dat we hier niet hebben zitten bluffen. Het voelt alsof ik nog
iets goed te maken heb ten opzichte van de adviseur. Want hij was er bij die
allereerste proefmiddag in juni ook bij. Die middag waarin mijn verwachtingen
van Margo, voor mijn gevoel, zo de grond in werden geboord omdat ze niet deed
wat wij van haar verwachtten.
De
ergotherapeute komt met Margo terug in de kleine ruimte. Margo ziet de
oogbesturing onmiddellijk staan. Ik zie haar verbaasde blik die tegelijkertijd
verheugd is. Ze bekijkt de adviseur en de stagiaire, die haar vriendelijk
begroeten. Margo kijkt indringend naar mij. Ik leg haar uit waarom ik nog niet
naar huis ben. De ergotherapeute installeert Margo achter het kleine
beeldscherm. Margo bekijkt de beginkaart. De computerstem klinkt luid en
duidelijk, maar zonder logica. Ze is aan het aftasten. Zodra de ergotherapeute
haar een vraag stelt, lijkt Margo dicht te klappen. Ze kijkt onder het
beeldscherm door en haar blik staart in de ruimte. Ze doet ons niet versteld
staan zoals we hadden gehoopt. Heeft ze het gevoel dat ze getest wordt? Dat ze
zich opnieuw moet bewijzen? Zijn we met teveel toeschouwers? Is het de adviseur
die ze zich misschien wel herinnert van die middag in juni en waardoor ze nu de
hakken in het zand zet? Allerlei gedachten schieten door mijn hoofd.
De
ergotherapeute stelt voor om toch met de hele opstelling naar de klas te gaan.
Aan de gedekte tafel maakt Margo hopelijk snel een keuze wat ze wil drinken of
eten bij de lunch. We lopen met z’n vieren achter de rolstoel aan. De
ergotherapeute leugt de juf uit waarom we naar de klas komen. Accuraat als de
juf is, vraagt ze netjes of we niet met z’n vieren in de klas willen blijven.
Dat verhoogt de druk bij Margo. Ze heeft helmaal gelijk. De stagiaire en ik
gaan terug naar de kamer. Binnen tien minuten zijn ook de ergotherapeute en de
adviseur weer terug. “Dit is zó goed!” De adviseur is enthousiast. De
ergotherapeute knikt. Het enthousiasme van de adviseur gaat niet allen over
Margo, maar ook over de groepsleiding. “Ze zeggen niet wat Margo moet kiezen,
zoals ik dat meestal in een groep tegenkom, zij eisen het gewoon.” De ergotherapeute licht toe dat Margo nog
niet bewust een keuze maakte, waarop de juf Margo vermanend toesprak dat ze een
keuze moest maken voor haar drinken. In no-time koos ze karnemelk. Ze koos
vervolgens stapsgewijs, middels door te linken, haar broodbeleg. “Precies zoals
we van haar gewend zijn!” zegt de ergotherapeute. “Ik heb genoeg gezien,” voegt
de adviseur toe. “Het evaluatieverslag heeft ineens nog een grotere waarde voor
mij.”
De tijd begint voor mij te dringen. Ik wil thuis
zijn voordat Ruud en Yvon uit school komen. We maken afspraken over het
vervolgtraject, waar voor ons geen rol in is weggelegd. De ergotherapeute
verzorgt het verslag, de adviseur maakt de offerte. Beide papieren, met de
brief van de specialist, kunnen naar het woonhuis ter ondertekening om
vervolgens doorgestuurd te worden naar het Zorgkantoor. Of dat dit jaar nog
gaat lukken, is nog even de vraag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
We stellen het enorm op prijs als je een reactie achterlaat! Dit kan door bij "Reageer als" te kiezen voor 'Anoniem' (wel graag je naam onder het bericht plaatsen) of voor 'Naam/URL' (schrijf bij 'Naam' je naam en laat bij 'URL' het tekstvak leeg). Bedankt!