De renners in de Ronde van
Frankrijk hebben al heel wat kilometers van de bergetappe gefietst als Gerard
de televisie aanzet. Ik zie vanuit mijn luie stoel de renners lijden terwijl ze
de meest steile wanden beklimmen. Ik vraag me af of ze er zelf wel plezier in
hebben. “Een laatste blik op de Pyreneeën. Hierna nog maar drie etappes!” Zo te
horen stemt het Mart Smeets weemoedig dat Parijs dichterbij komt en de Tour er
bijna op zit.
Ik staar naar buiten. Ik ben
benieuwd hoe Margo gestemd is als ze zo meteen thuiskomt. Ik schrik op als de
telefoon gaat. Het is een leidster van school. “Niet schrikken er is niets
bijzonders,” Margo’s ‘oude’ juf stelt me meteen gerust. Ze weet dat ik bij een
telefoontje van Margo’s school vaak denk dat er iets aan de hand is. Ze wil het
met mij hebben over de ademstops van Margo. De ademhalingsaanvallen van Margo
zijn, met name in de beginperiode in de nieuwe groep, regelmatig ter sprake
gekomen. Vooral omdat dit voor de nieuwe juffen een onwennig fenomeen is. De
‘oude’ juf vertelt me dat de laatste tijd haar collega’s met vragen over
Margo’s aanvallen bij haar komen. Mede ook omdat zij het A-verkundige diploma
heeft en binnen Heimdal één van de aanspreekpunten op medisch gerelateerde vlak
is. De aanvallen van Margo lijken heftiger te worden. Ze lijken steeds meer van
epileptische aard en houden Margo langer in haar greep. Dat baart een aantal
leidsters zorgen en maakt hen enigszins onzeker en angstig hoe ze ermee om
moeten gaan. Er is nooit een duidelijk protocol opgesteld omdat wij altijd
hebben aangegeven dat deze aanvallen niet levensbedreigend zijn. Maar de
twijfel bij de leidsters neemt toe, merk ik tijdens het telefoongesprek op.
Ook bij de ‘oude’ juf zijn
er intussen twijfels. Gedurende de vakantieperiode zijn er soms wisselingen van
kinderen en leidsters in de groepen. Door deze verschuivingen is Margo vandaag
bij de ‘oude’ juf in de groep geweest. Het was gezellig, als vanouds. Maar, nu
ze elkaar niet meer iedere dag zien, is er toch wat meer afstand tussen haar en
Margo. Hierdoor kan ze meer objectief beoordelen, merkt de juf. Dat zorgt er
mede voor dat ze behoorlijk geschrokken is van de heftige ademstop die Margo
vanmiddag heeft gehad. Ze vraagt zich nu ook af of dit nog wel Rett-gerelateerd
is of dat er inmiddels sprake is van epilepsie. De geruime tijdsduur van de
ademstop, de spanning in haar armen en benen, de slapheid nadien vindt ze
verontrustend. Maar ook de vergrote pupillen en de sluimerige toestand waar
Margo lang in blijft hangen na de aanval, zorgt bij haar voor onzekerheid. Ze
ervaart de aanvallen duidelijk anders dan toen Margo nog bij haar in de groep
was. Ze vraagt of we na willen denken over een handelingsprotocol en of er
mogelijkheden bestaan om Margo eerder uit de aanval te laten komen.
Ik weet niet zo goed wat we
ermee moeten. We willen absoluut niet onze kop in het zand steken, maar we
houden heel erg vast aan de resultaten van de ademhalingsregistratie in
Maastricht. Er is nog altijd geen overduidelijke epilepsie aangetoond. Ook de
Rett-specialist heeft ons eigen filmmateriaal, met de aanvallen van Margo in
april, beoordeeld als niet-epileptisch. En natuurlijk spookt het door ons hoofd
dat epilepsie kan ontstaan, maar overtuigd zijn we niet. Nog niet. Wij hebben
er nog altijd genoeg vertrouwen in dat de manier van omgaan met de aanvallen
goed is. Handelen zoals je hart het ingeeft. Intuïtie
vertelt je wat te doen, niet waarom. Maar ik begrijp zeker de bezorgdheid van de leidsters en stel het
bijzonder op prijs dat de leidster het, namens haar collega’s, met ons deelt.
Het houdt ook ons wakker en alert. Ik spreek met de ‘oude’ juf af dat we het
uitgebreid zullen bespreken met de Rett-specialist, waarmee we binnenkort een
afspraak hebben.
Margo is inmiddels thuis. Ze
begroet me met een lach. Ik streel over haar wang en geef haar een kus. Ze
houdt haar adem in. Ik sta voor haar en buig voorover zodat mijn neus de hare
bijna raakt. “Hé grapjas, wat doe je?!” Mijn neus raakt nu de hare. Mijn hand
rust op haar arm zodat ze voelt dat ik er voor haar ben. Het duurt even, zoals
gewoonlijk, voor ze doorademt. Daarna lacht ze weer naar me. “Dit was Rett,
toch?” Gerard knikt. Hij heeft het ook duidelijk zo gezien en ervaren. Maar we
weten ook allebei dat gewenning de grootste bedreiging is voor een juiste
waarneming.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
We stellen het enorm op prijs als je een reactie achterlaat! Dit kan door bij "Reageer als" te kiezen voor 'Anoniem' (wel graag je naam onder het bericht plaatsen) of voor 'Naam/URL' (schrijf bij 'Naam' je naam en laat bij 'URL' het tekstvak leeg). Bedankt!